GIERENDE BANDEN

Het AVL is een huis vol emotie. Hoe kan het ook anders. Iédereen die er komt, is er vanwege dat ene afschuwelijke; kanker. Ziek zijn. Beter willen worden. 

En toch weet je dat het een goede plek is om te zijn áls je zo ziek bent. 


Afgelopen woensdag had ik weer een afspraak. Bloedprikken. Wegen, meten en een gesprek met mijn oncologe. Bekijken of de nieuwe medicatie, chemopillen, überhaupt aanslaat. Mijn lijf zat al anderhalve week vol ongezonde spanning, zeker na de laatste afspraak waar zo pijnlijk duidelijk werd dat ik de hormoonpillen zou moeten gaan inruilen voor zwaarder geschut. Weer een stapje verder de buik van dat monster in. 


Het was druk op de poli. Komen en gaan van mensen. Jong, oud, ziek, niks-aan-te-zien, rolstoelen. Stugge blikken, open vizieren, pijn, neutrale uitdrukkingen. 

Het spreekuur van mijn oncologe liep ineens uit. Van geen wachttijd naar zeker 25 minuten wachttijd. En ik wist wie ik naar binnen had zien gaan. Een jong meisje, net twintig, samen met haar moeder. Lang wachten of, lang ergens binnen zitten, betekent nooit veel goeds. Je verkrampt nog meer op je ongemakkelijke wachtkamerstoel. Want je weet waarvoor de ander binnenzit. En jij bent de volgende. 

Ik schreef het al eerder; ik ga erheen omdat ik het de beste plek vind maar doe elke keer mijn best om er met de spreekwoordelijke gierende banden zo snel mogelijk vandaan te gaan, als het enigszins kan...

Dat ging de patiënt voor me niet lukken. Zichtbaar gebroken kwamen ze uiteindelijk na ruim drie kwartier in plaats van tien minuten, naar buiten. Het meisje huilde met lange uithalen. Hard en luid. De moeder sloeg een arm om haar heen, troostend en warm. De poli keek op en we voelden allemaal hetzelfde. Medeleven, machteloosheid, boosheid en angst. 

Het is een raar woordeloos spel, zo’n poli. We zijn patiënten en zitten er voor datzelfde ene ding. We bekijken en worden bekeken. Verzinnen de verhalen. Voelen mee. Wat is de relatie? Waar zit de kanker? Wie is de patiënt? 

En vóór alle vragen zijn neergedwarreld en je er klaar voor bent, mag je zelf al de spreekkamer binnen. 


Voor mij́ pakte de afspraak deze keer goed uit. De opluchting die we voelden nu blijkt dat deze pillen wél hun werk doen, maakt meteen dat ik zo snel mogelijk weg wil. Het werkt, nieuw recept, en door!! 

De contrasten zijn scherp en pijnlijk. Ik rén bijna de spreekkamer uit, nog met mijn voorgangster op mijn netvlies. Heb de lijnen rond de ogen van mijn oncologe nog voor me. Ze zag er moe uit. Wat wil je. Deze boodschappen geven, de hele dag door. En dan het liefste binnen de voorgeschreven tien minuten. 

Ik wenste haar sterkte met deze dag bij het weggaan en bijna struikelend renden we het ziekenhuis uit. 

Nét op tijd, voor de parkeergarage, kwamen we erachter dat we een essentieel onderdeel misten. De pillen voor de komende zes weken. Niet geheel onbelangrijk. (En alleen af te halen in de AVL apotheek) 

Snel weer terug, langs de balie met desinfectie, thermometer etc. om daarná echt met gierende banden naar Amstelveen te kunnen. 


Koffie. Respijt. Thuis. Opluchting. Nieuwe uitdaging aangaan in voeding, beweging, mindset en ‘zijn’ voor de komende maanden. 

Begin december mag ik weer....






Reacties

  1. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Het went nooit...die ziekenhuisbezoeken. En wat is het fijn om te lezen dat je er gezien de omstandigheden weer goed vanaf kwam bij dit bezoek!

      Verwijderen
    2. Het blijft gewoon K. Wat een toestand ook als je dan door alles hetgene vergeet waarvoor je kwam. Kan t me zo goed voorstellen. Je zou er een boek over schrijven! Wel fijn dat t aanslaat! Nu moet t gewoon zo blijven. Knuffel

      Verwijderen

Een reactie posten