ZOUT WATER BIJT
Nooit eerder schreef ik heel concreet over dat eerste rauwe moment van de diagnose krijgen, in april 2015.
Hoe ik in een apart kamertje werd geroepen door de internist, samen met mijn man en moeder. Hoe ik verbijsterd luisterde naar ....’en u heeft diverse uitzaaiingen’. En: ‘u bent niet te genezen’. Hoe mijn moeder dapper meeschreef in een boekje. Hoe ik toen niet kon huilen. Hoe het suisde in mijn oren. En wattig aanvoelde. Hoe ik weer naar buiten stapte en in een soort koffiekamer van de afdeling Neurologie mijn jongens, vader en broer trof. En dat daar ineens mijn oudste lieve neef bij stond. En hoe ik werd omarmd door iedereen en pas later huilde en huilde en huilde. Zo hartverscheurend huilde dat diverse verpleegkundigen kwamen kijken en me probeerden te troosten. Ik kon niet stoppen.
Die week, en ál die emoties spoelden afgelopen week over me heen als een grote allesverslindende golf. Een golf die mijn benen optilde en me rond liet draaien als in een wasmachine. Boven werd onder en links werd rechts. En ik kon alleen maar maaien met mijn armen en naar lucht happen.
Want diezelfde lieve neef die in de koffiekamer stond, kreeg afgelopen periode slecht nieuws. Heel slecht nieuws.

Vanuit mijn tenen, met knikkende knieën heb ik mijn kin inmiddels weer boven water. Maar het blijft hard werken en stevig watertrappelen.
Zout water bijt in alle wonden.

(‘De grote golf van Kanagawa’ bron Wikipedia)



Reacties